Bonjour! Welkom in Frankrijk, het land van heerlijke crêpes, de Eiffeltoren, baguettes en natuurlijk de prachtige kunst en mode. In dit themaboekje nemen we kinderen van 3 tot 6 jaar mee op ontdekkingsreis naar Frankrijk. Met leuke activiteiten, spelletjes en Franse chansons ontdekken ze de charme van dit land. Zet je baret op en zeg bonjour, want het is tijd om Frankrijk te ontdekken!
Crêpes maken en versieren
Wat heb je nodig: kant-en-klare pannenkoeken of ingrediënten zoals bloem, melk, ei, boter, om zelf pannenkoeken te bakken, en zoetigheid zoals jam, fruit, chocolade of suiker.
Hoe werkt het: Laat je kind meehelpen met het maken van het beslag en het versieren van de crêpes. Vertel ondertussen dat crêpes een typisch Frans gerecht zijn en vaak worden gegeten als ontbijt of tussendoortje. Benoem samen de ingrediënten in het Frans, zoals “lait” (melk), “sucre” (suiker) en “farine” (bloem). Tijdens het eten kun je vragen wat ze het lekkerst vinden en oefenen met Franse woorden zoals “délicieux” (heerlijk) en “merci” (dank je wel).
De kleine Eiffeltoren
Wat heb je nodig: bouwblokken, tandenstokers en marshmallows, of ander knutselmateriaal.
Hoe werkt het: Laat je kind een miniatuur-Eiffeltoren bouwen met het materiaal dat je hebt. Gebruik een foto van de echte toren als voorbeeld en vertel dat deze in Parijs staat, de hoofdstad van Frankrijk. Terwijl jullie bouwen, kun je samen praten over de toren en vragen stellen, zoals: “Wat zou jij doen als je helemaal bovenin stond?” Of leer eenvoudige Franse woorden zoals “tour” (toren) en “haut” (hoog).
Frans kookboek
Wat heb je nodig: een schrift, pen, stiften, potloden, oude tijdschriften, lijm en andere knutselspullen.
Hoe het werkt: Creëer een mini-kookboek met eenvoudige Franse recepten zoals crêpes, quiche en ratatouille. Laat de kinderen de recepten illustreren en het kookboek versieren. In de weken voor de vakantie kan je iedere dag een recept uit het kookboek bereiden.
Woordenlijst
Zelfstandige naamwoorden:
- Brood
- Kaas
- Lavendel
- Fiets
- Kunst
- Rivier
Werkwoorden:
- Eten
- Bouwen
- Fietsen
- Proeven
- Leren
- Koken
Overige woorden:
- Lekker
- Blauw
- Wit
- Rood
- Groot
- Mooi